Nu zijn wij geen doorgewinterde globetrotters, maar na een vakantie in de Dominicaanse Republiek (= heel andere cultuur), en onze roadtrip Puglia (= auto rijden) besloten we die 2 dingen eens te combineren in een roadtrip Marokko. Ik had alles tot in de puntjes (hoopte ik) voorbereid: alle accommodaties vooraf geboekt, info over bewaakte parkeerspots opgevraagd, tolwegen gecheckt, rijtijden genoteerd, adressen + telefoonnummers uitgeprint en opgeschreven welke hotels al wel en welke nog niet betaald waren. We vlogen richting Marrakesh om vervolgens via 7 plaatsen waaronder de 3 andere Koningssteden te eindigen in Fès!
Onze route, aangegeven in groen waarbij het stuk Marrakesh – Erg Chebbi woestijn heen en terug was.Â
Eenmaal aangekomen op het vliegveld pikten we onze auto op en reden we in de chaos van brommertjes op een toen nog hele brede weg richting onze eerste riad. We huurden onze auto via Rentalcars.com bij Prepaid Cars. Zij hebben geen kantoortjes op de vliegvelden dus je ontmoet elkaar op de parking na een telefoontje. De overdracht en het inleveren van de auto gingen snel en prima. Sunnycars is ook een goede verzamelsite voor het huren van een huurauto.
Bij het oppikken van de auto bleek Engels praten wel een dingetje te zijn, Frans gaat beter. Dit bleek trouwens te gelden voor eigenlijk heel Marokko. Na 11 dagen kwam ik eindelijk op de woorden ‘Je voudrais’, dus kon ik ook op een nette manier mijn eten bestellen. Is die 6 jaar Franse les toch nog ergens goed voor geweest ;-).
We leerden direct dat toeteren gewoon een way of life is, en niets onvriendelijks betekent zoals hier maar gewoon een teken van leven is. Eenmaal een stadspoort door betekent ook dat het gedaan is met de brede wegen, we hadden het gevoel dat we in een trechter reden, waar we naast brommers nu ook ezels moesten ontwijken. Godzijdank kwamen we zowaar de afgesproken bewaakte parkeerplaats tegen. ‘Google is your friend’ gaat trouwens nÃet op in de medina.
Marrakesh
Marrakesh was een overweldigend startpunt op alle fronten: de warmte, de drukte, de winkeltjes… Heel de medina is zalmroze gepleisterd, wat op zich natuurlijk al een prachtige sfeer oplevert. Het allerleukst vond ik eigenlijk gewoon het struinen door de straatjes waarbij verdwalen geen probleem is, dan stuit je juist op leuke verrassingen. Wij kwamen zo echt per toeval allerlei hotspots tegen (“Ooooh zit dat dus hier!”). Het eten en de heerlijke Marokkaanse thee waar we kennis mee maakten daar waren we ook direct weg van, heerlijk!
Woestijn
Tijdens ons verblijf in Marrakesh zijn we tussendoor richting de Erg Chebbi woestijn gereden: een rit van 9 uur heen en 9 uur terug door voornamelijk het Atlasgebergte. Nu was overnachten in de woestijn (lees er hier meer over) al een ervaring om nooit te vergeten; de rit er naartoe ook! Eenmaal weg uit de drukte van de stad werden de wegen eigenlijk best uitgestorven. (Tip!: zorg dat je nooit in het donker rijdt, plan je routes dus zorgvuldig.) Vooral op het laatste stuk richting woestijn kwamen we amper auto’s tegen. Wél mensen aan de zijkant van de snelweg. Met of zonder ezel of koe, al fietsend of gewoon lekker wandelend of zittend tegen een boom… De afstanden daar tussen de dorpjes zijn wel wat groter dan hier, veel staan dan ook te liften. De dorpjes zijn veelal rondom de enige weg die er is gebouwd, dus je rijdt er dwars doorheen. Leuk om te zien allemaal! Het allerlaatste stuk bleken we off-road te moeten rijden (als in: midden op de snelweg stoppen want Google zegt linksaf, je kijkt en je ziet alleen dorre vlakte…), gelukkig kon onze Dacia Logan het aan, maar een terreinwagen is dan wat fijner!
Sowieso ging het rijden op de navigatie wat anders: Google gaf een voorbeeldroute, en bewoog dus niet ‘live’ mee. Rijdt je verkeerd? Dan moet je het ook zelf uitzoeken. Het is altijd handig dat dus 1 iemand rijdt, en 1 iemand goed de navigatie volgt. Een app als Maps.me kan ook handig zijn! Onderweg schoot ik wat foto’s (wel met de ramen dicht voor de airco, dus als je hier en daar een weerspiegeling ziet… ;-) ):
Erg Chebbi woestijn bij Merzouga.Â
Doortocht in een dorpje.
Teken van leven in de vorm van een ezel.
Aan papa’s hand de mannen achterna op weg naar de moskee.Â
De kleuren van Marokko.
Gelukkig waren er geen viaducten in de bergen.
Eenzame boom…
Essaouira
Na Marrakesh en de woestijnovernachting reden we richting de kust waar ik een kamer bij Art’gana Lodge had geboekt: net voor Essaouira gelegen op het platteland. Hier waren we de enige gasten, wat heerlijk rustig was. Sowieso is september weer het begin van het toerismeseizoen, nadat er veel accommodaties een zomerstop hebben gezien de hitte. Het zwembad hadden we voor onszelf en als huisdieren liepen er wat katten (straatkatten zie je overal in Marokko), schorpioenen, padden en schildpadden rond. Één groot feest dus. Essaouira zelf is een leuke kustplaats met een brede boulevard, maar ook met een mooie medina (staat op de Werelderfgoedlijst) omringd met grote vestingmuren.
Art’gana lodge in Essaouira.
El Jadida
Na een nacht in Essaouira reden we door naar El Jadida: een kustplaats die jaren in Portugese handen is geweest. Wij hadden een kamer in het splinternieuwe Art House, middenin de ‘Cite Portugaise’. De accommodatie ligt boven wat leuke lederwarenwinkeltjes en is prachtig ingericht. De trekpleister van de stad, de oude Portugese Cisterne, ligt schuin tegenover het hotelletje en je kijkt uit op de Portugese vuurtoren. Het is mooi om over de oude vestingmuren te lopen en uit te kijken over de haven en zee. Het lekkerst eet je in de tuin van La Capitainerie (het restaurantgedeelte van Hotel l’Iglesia) en een koffie doe je bij Café Restaurant Haoua, waarbij je uitkijkt op allerlei mooie kleden. De oude kern is heel klein, dus heb je verder zo gezien!
Art House hotel in El Jadida met zicht op de Portugese vuurtoren.
Portugese cisterne.
Cite Portugaise in El Jadida.
Restaurant La Capitainerie bij hotel l’Iglesia.
Casablanca – Rabat
Voordat we doorreden naar onze accommodatie in Rabat, maakten we eerst nog ‘even’ een pitstop in Casablanca. Ik leg de nadruk op even, omdat het ons ongeveer een uur heeft gekost de stad in te rijden richting centrum en we er net zo lang over deden om de stad weer uit te komen. We bezochten er de grootste moskee van het land en dronken er een theetje. Ik was van plan hier een hotel te boeken, maar nadat ik online alleen maar hele Westerse hotels vond ging ik me wat meer inlezen en las ik dat veel mensen Casablanca het minst leuk vonden in Marokko. Aangezien het land groot genoeg is besloot ik dus de route te veranderen door te overnachten in El Jadida en Rabat. El Jadida was een aangename (en lekker rustige) verrassing, dus deze beslissing pakte tot nu toe goed uit. Na het bekijken van 1 van ‘s werelds grootste moskeeën reden we door naar Rabat.
Hassan II Moskee in Casablanca.
Wie goed kijkt ziet dat dit een selfie is…
Maarten is een stuk beter te zien!
In Rabat sliepen we in Naima’s house (ja echt in het huis van een Marokkaans gezin) waar we een eigen kamer + badkamer hadden. Dit was ook best weer een bijzondere ervaring! We struinden door de soeks van Rabat, die wat minder fotogeniek zijn dan die van Marrakesh maar waar nog wel uitgekookte dromedarishoofden op straat werden bereid bij een slagerstentje (en dat zagen we in Marrakesh dan weer niet). Mooie restaurantjes kom je op straat zelf niet zo snel tegen (we gingen nu niet bepaald watertanden bij dat stukje slager-soeks), dus daarvoor klopten wij weer aan bij een riad. Want prachtige riads zoals onderstaande riad Kalaa, die hebben ze ook in Rabat! Ik at een Marokkaanse pastilla met kip, en deze ga ik echt zelf nog eens namaken (recept zal ik delen op de blog, mocht het lukken). Het is een zowel zoet als hartige pastei van gekruide kip in filodeeg, met amandelen, kaneel en poedersuiker. Na dit dagje Rabat was het alweer tijd om onze roadtrip te vervolgen!
Riad Kalaa in Rabat, waar je ook voor enkel diner (en wijn!) aan kunt kloppen.
On the road again…
Chefchaouen
Dat ik foto’s kon blijven maken in Marrakesh was geen verrassing, maar de medina en bijzondere sfeer van Chefchaouen wel! Via een stuk Rifgebergte kwamen wij aan bij Chefchaouen: gebouwd in de bergen, waarbij het blauwe pleisterwerk direct opvalt. We sliepen in hotel Koutoubia waar we verwelkomd werden met huisgemaakte couscous en geitenmelk.
Chefchaouen is niet heel groot, maar wel heel levendig. De stad trekt vooral veel Franse en Spaanse jongeren aan viel ons op, wellicht doordat de streek bekend staat om zijn drugstoerisme, zou zo maar kunnen natuurlijk ;-). Maarten had nog geen 2 stappen uit de huurauto gezet en er werd door de parkeerwacht al gevraagd of hij ook wat anders wilde naast zijn parkeerticket. Een jointje opsteken na je diner bleek gewoon te kunnen (wees gerust mam, dit deden onze buren in het restaurant); een gekke gewaarwording in een stad waar er nergens bier of wijn op de kaart staat. Ook viel het aantal Chinezen en Japanners ons op, er zaten zelfs 3 Chinese restaurants in de oude medina en sommige menukaarten waren in de taal geschreven. Dit hadden we nog nergens anders in Marokko gezien, terwijl de overige steden vaak groter waren. Ja, de opvallend blauwe en bijzondere stad trekt ook opvallend veel en bijzonder publiek aan in ieder geval. Op de vrijdagavond dat wij er waren was er live muziek op het plein, en om dit te bewonderen zochten we het dakterras van restaurant Aladdin op (prima voor een drankje en vooral het uitzicht, eten zou ik elders doen).
In de medina van Chefchaouen zitten overigens prachtige winkeltjes waarbij kleur echt de nadruk heeft. Wij kochten er heerlijke geurblokjes en zeep in een mooi, traditioneel winkeltje. Wij verbleven er 1 nacht, maar hadden er makkelijk nog wat langer kunnen blijven. Je kunt er namelijk ook mooie hike-tochten maken in de bergen.
De straten van Chefchaouen leveren mooie plaatjes op. Ik gok zo maar dat Yves Saint Laurent zich wellicht door deze stad liet inspireren voor het blauw en geel in zijn tuin Le Jardin Marjorelle in Marrakesh…
Meknes
Op naar de 1 na laatste stad, en tevens de 1 na laatste koningsstad die we gingen bezoeken: Meknes. We sliepen weer in een traditionele riad (Riad Felloussia), eentje die al een paar 100 jaar in dezelfde familie was. We keken uit vanaf het dakterras op het grote plein waaraan de Bob Mansour poort ligt: de grootste toeristische trekpleister van Meknes. Na de lunch op het plein besloten we de soeks in te gaan. Opvallend was dat deze veel moderne spullen verkochten. Je kon je lol op als je op zoek was naar een strak glittershirt (voor de mannen uiteraard), petjes en sneakers. Of het kwam doordat het een zaterdag was geen idee, maar langzaamaan werd het steeds drukker en drukker, en wij bleken nogal een verschijning te zijn, wandelend tussen de Marokkaanse mensenmassa in de smalle straatjes. We besloten dan ook weer even de rust van de riad op te zoeken en vanaf het dakterras naar de bedrijvigheid te kijken op het plein. Ook hier weer aapjes, slangenbezweerders, versierde paarden et cetera: vergelijkbaar met het Djeema el Fna plein in Marrakesh, maar dan met nog wat extra glittershirtkraampjes. De grootste bezienswaardigheid was eigenlijk de Bob Mansour poort, dus 1 dag Meknes was voor ons meer dan voldoende.
Riad Felloussia in Meknes.
Zonsondergang vanaf het dakterras van de riad, kijkend op het plein bij de Bob Mansour poort (die je overigens niet ziet op deze foto :’) ).
Fès
De laatste koningsstad die we bezochten en tevens de plek van waaruit we terug zouden vliegen was Fès. We vonden de sfeer in Fès gelijk heel fijn, wat relaxter dan Marrakesh. Of dat dit kwam doordat we inmiddels al aardig wat gezien hadden of echt gewoon door Fès zelf weten we niet. We verbleven hier 3 nachten in de eeuwenoude riad Dar Iline. De accommodatie was heel centraal gelegen en echt prachtig qua Marokkaanse architectuur. Daarnaast was het personeel echt top!
Fès heeft ook weer heel duidelijk een oude medina en een meer Europese, nieuwere voorstad. De medina van Fès is de grootste van de moslimwereld, met meer dan 9000 kleine straatjes en steegjes. Wonderbaarlijk genoeg konden wij er goed onze draai vinden! Meer daarover lees je in de aparte blog over Fès, want er valt genoeg over te vertellen! Na 3 dagen shoppen en eten in Fès reden we richting het vliegveld om daar de huurauto weer in te leveren. Wanneer je je huurauto inlevert op een andere plaats dan waar je hem op hebt gepikt moet je er rekening mee houden dat je hiervoor een extra bedrag moet betalen. Bij ons was dit zo’n €90,-. In verhouding vonden we dat best veel, want de 3 nachten in de laatste riad waarin we ons echt de koning te rijk voelden kostten ook €90,- (inclusief ontbijt).
Patio riad Dar Iline in Fès.
Plafond en tegelwerk in onze kamer.
Oude medina van Fès.
Al met al was deze roadtrip dus een waar avontuur, waarin we ontzettend veel gezien en beleefd hebben! Wil je meer zien van Marrakesh of Fès? Dat kan hier en hier. Mocht je er zelf over nadenken iets soortgelijks te gaan doen en nog vragen hebben, stel ze gerust hieronder!
Liefs,
Stephanie
(Alle foto’s ©fijnthuiszijn.nl)